Zomerteelt met mini-watermeloen

Jaco den Bakker

Hoe kun je op een slimme manier de voordelen van twee gewassen combineren, waardoor 1 plus 1 = 3 wordt? In een afdeling van de demokas 2030 bij de Wageningen University & Research in Bleiswijk worden combinaties van gewassen onderzocht. De energiedoelstelling voor zo’n combinatie is dat er gebruik gemaakt wordt van de eigenschappen van een winterteelt met relatief laag lichtniveau met LED belichting en niet al te hoge kastemperaturen.

Combi paprika en groene potplanten
Goede isolatie van de kas is daarbij vanzelfsprekend. In de zomerteelt kun je dan de warmte ‘oogsten’ en opslaan in een seizoensopslag, die nodig is voor het tekort in de winter. Afgelopen jaar is in de combinatieteelt paprika (maart – oktober) en groene potplanten (november – maart) 141 kWh/m2 aan warmte gebruikt, omgerekend zou dat 16 m3/m2 Zijn. Daarvan is 98 kWh/m2 door de buisrail gebruikt en 43 kWh/m2 door de LBK. Totaal is er door de warmtepomp 84 kWh/m2 aan warmte geoogst, waarvan er (84-43) 41 kWh/m2 “over” is. Er is zo over een heel jaar een tekort van (98-41) 57 kWh/m2 omgerekend is dat 6,7 m3/m2 aan warmte. Aan elektriciteit is over een heel jaar 55 kWh/m2 gebruikt, waarvan 33 kWh/m2 door de lampen, 21 kWh/m2 door de warmtepomp en afgerond 2 kWh/m2 door de fan van de LBK. De warmtepomp maakt van 1 kWh elektriciteit 4 kWh warmte en 3 kWh koude. De 57 kWh/m2 aan warmte die we tekort kwamen is omgerekend 15 kWh/m2 aan elektriciteit voor de warmtepomp. Als er dus (55+15) 70 kWh/m2 aan groene stroom wordt gebruikt, zijn deze teelten volledig fossielvrij. Daarbij is in totaal nog geen 10 kg CO2/m2 van OCAP ingekocht.

Combi groene potplanten en mini-watermeloenen
Een andere combinatie is groene potplanten in de winter en mini-watermeloenen in de zomer. De teelt van mini-watermeloen is Nederland is een vrij nieuw en onbekend terrein. Watermeloenen groeien vooral in het zuidelijke deel van Europa. Ze worden daar in de vollegrond of in tunnels geteeld. De planten groeien over de grond en er is een eenmalige zetting van enkele meloenen per plant. Wanneer de meloenen rijp zijn worden ze allemaal in een keer geoogst.

Nederlandse manier
Zoals we in Nederland in de kasteelt van vruchtgroenten gewend zijn, willen we een continue productie. Ook de retail wil graag wekelijks over een wat langere periode product hebben. De markt voor de mini-watermeloen is vooralsnog klein en zal vooral de lokale markt bedienen, waarbij duurzaam geteeld met een goede smaak het onderscheid is. De mini-watermeloen is bij uitstek een product wat zijn vraag kent in de zomer. Specifiek voor de teelt in Nederland is, dat de gebruikte rassen wat kleinere vruchten geven van ca. 1 kg. Het doel van deze proef is dan ook het ontwikkelen van een teeltconcept voor de kasteelt.
Op 20 maart zijn de jonge planten in de kas geplant. Ze staan op een steenwolmat met 2,5 plant per m2. De mat ligt op de lavavloer, waar in de winter de potplanten op hebben gestaan. De drain wordt via deze vloer opgevangen en hergebruikt. Er zijn 3 schermen aanwezig en een ontvochtigingsinstallatie, waarmee in de zomer ook warmte ‘geoogst’ kan worden die, opgeslagen in een seizoensopslag, via een warmtepomp hergebruikt kan worden in koudere tijden. Er zit insectengaas in de luchtramen om plaaginsecten buiten te houden.
Er zijn verschillende behandelingen in de kas waaronder hoge draad en lage draadteelt (zoals de traditionele teelt van komkommer) en een snelle belasting van vruchten bij de jonge plant en een wat uitgestelde belasting om eerst een fabriek te bouwen. Daarnaast staan er verschillende rassen en een nog kleiner type mini-watermeloen van ca. 500g. Alle vruchten worden na zetting als ze 3 cm groot
zijn eenmaal per week gelabeld. Vier weken nadat ze gelabeld zijn, worden de vrucht geoogst. Ook wordt dan de brixwaarde bepaald. Op 22 mei zijn de eerste mini-watermeloenen geoogst. Een eerste verschil tussen de behandelingen is dat bij uitgestelde zetting de miniwatermeloenen te groot (≥ 1,5kg) worden en er veel gewas is (te vegetatief). Een snelle belasting waarbij de gewasgroei en de meloengrootte in de hand wordt gehouden, lijkt op dit moment beter. Maar dat kan omdraaien wanneer we echt zomers weer krijgen.

Jaco den Bakker, gewasonderzoeker Wageningen UR Glastuinbouw

Meer nieuws